woensdag 26 november 2014

Betoog oefen

Van alles een beetje is de beste keuze


Volgens NRC Next pleit Wim Kuiper dat jongens en meisjes gescheiden les moeten krijgen in bepaalde schoolvakken. Uit onderzoek blijkt namelijk dat jongens in de pubertijd gemiddeld twee jaar achterlopen op meisjes qua hersenontwikkeling. Jongens laten bijvoorbeeld op het gebied van taal een achterstand zien. Het APS adviseert de overheid over onderwijs en beweert óók dat jongenshersenen in de puberteit anders werken dan die van meisjes. Is daar genoeg onderzoek naar gedaan? En heeft het scheiden van jongens en meisjes bij bepaalde lessen geen andere, negatieve invloeden die een grote impact hebben op sociaal gebied?[1]
Ik vind dat er scholen moeten komen die wel gescheiden klassen hebben, en scholen die dat niet hebben. Je kunt namelijk een hoop leren van elkaars werkwijze, bijvoorbeeld tijdens groepsopdrachten. Jongens kunnen op die manier iets opsteken van het precieze proces van meisjes en meisjes kunnen weer iets opsteken van het efficiënte gedrag van jongens. Juist tijdens lessen over talen moeten jongens gebruik maken van het meisjesbrein in de klas en hun precieze en letterlijke leergedrag overnemen om de betekenis van woorden te onthouden en niet een beetje te gokken van “het zal wel dit betekenen”. Bij vakken waar juist meer ruimtelijk inzicht nodig is kunnen meisjes juist leren van jongens om niet alle details te weten, maar in grote lijnen te leren waar het over gaat en deze kennis zo toe te kunnen passen op de vragen van de toets.
AVS voorzitter Ton Duif vindt het gescheiden les geven aan jongens en meisjes ook geen goed idee. Volgens hem ligt het probleem niet bij de gemengde klassen, maar bij de differentiatie van het leerstofaanbod. Duif denkt dat het gaat om alle lessen, maar daarom zegt Kuiper dat het maar om bepaalde vakken gaat, die bijvoorbeeld maar één uur in de week plaatsvinden. Er zijn al meerdere experimenten geweest met gescheiden klassen buiten Nederland. Helaas hebben deze experimenten verschillende uitkomsten, waardoor niet bepaald kan worden of we dit systeem in Nederland ook toe moeten passen. Dat is de reden waarom we moeten kunnen kiezen voor een gescheiden klas, een deels gescheiden klas, of een gemengde klas. Zo kunnen de ouders en de kinderen zelf kiezen wat ze het fijnst vinden en wat voor hen het best werkt. Er zijn namelijk ook jongens die niet voldoen aan de standaard “jongens zijn beter in vakken waarbij je inzicht moet tonen dan in talen” en er zijn ook meisjes die niet aan de standaard voor meisjes voldoen.
Sommige mensen vinden gemengd onderwijs wel belangrijk omdat dat staat voor de emancipatie. Dit vind ik een belachelijk argument. Het gaat er helemaal niet om dat emancipatie vertegenwoordigd wordt in het onderwijs, maar hoe kinderen het best kunnen leren en de beste vervolgopleiding kunnen kiezen en volgen. Aan de andere kant wordt Kuiper verdacht van het terug willen van de ongelijke rechten, waardoor mannen meer macht krijgen dan vrouwen. Als dit inderdaad zo is, zou ik ook tegen het gescheiden onderwijs zijn. Maar volgens mij moeten we gewoon de tussenweg nemen en verschillende soorten onderwijs vertegenwoordigen in Nederland zodat ieder kan kiezen wat het best voor hem of haar is.[2]
Jongens en meisjes moeten dus kunnen kiezen of ze gescheiden, deels gescheiden of gemengd onderwijs krijgen, zodat ze zelf kunnen kijken wat het best voor hen werkt en waardoor ze de meeste kennis opdoen en hun vervolgonderwijs aankunnen. Ook brengt dit de emancipatie niet in gevaar en kunnen leerlingen die niet aan de standaard voldoen van het leerproces van hun geslacht gewoon hun voorkeur van onderwijs volgen.

woensdag 1 oktober 2014

Wij kiezen onze eigen methode!

Leraren op scholen worden steeds slechter gecontroleerd op hoe ze les geven en hoeveel de leerling thuis nog aan de bak moet en of de leerling zelfs nog bijles moet nemen om de stof ook maar een beetje te kunnen begrijpen. Vaak is het niet het probleem dat de stof zo verschrikkelijk moeilijk is, maar de manier waarop de stof wordt uitgelegd. Docenten hebben allemaal hun eigen manier van lesgeven. De één vindt het bijvoorbeeld fijn dat de docent veel controle heeft over het huiswerk en dat de planning vast staat, de ander vindt het juist fijn om zelf de planning te bepalen.
Van bijna elk vak zijn er wel verschillende leraren beschikbaar en leerlingen worden gewoon ingedeeld in een willekeurige klas. Leerlingen zouden juist zelf hun leraar moeten kiezen, zodat ze zelf kunnen kiezen of het beter voor hen is om strak aan de lijn te worden gehouden, of juist wat meer ruimte in de planning te hebben. De school wil blijkbaar niet dat leerlingen zelf hun leraar kiezen en dus beter presteren, maar de school denkt alleen maar aan het geld, de grootte van klassen en niet aan de kwaliteit van onderwijs. We moeten hier wat met zijn allen aan doen. De jeugd is de toekomst, dus goed onderwijs is echt van belang voor onze maatschappij. We kunnen door goed onderwijs uit de economische crisis komen. Als leerlingen zelf hun leraren kunnen kiezen en daardoor wél overgaan en de stof wél onder de knie hebben, kunnen ze ook een betere studie volgen of worden ze eerder ingeloot door beter cijfers op hun eindlijst. De schoolleiding zou wel gek zijn als ze dit plan om leerlingen hun eigen docenten te laten kiezen niet doorvoeren. Het geeft de school immers een betere naam.
Dus neem bij deze allemaal deel aan de handtekeningen actie die volgende week woensdag begint!

zondag 21 september 2014

Motivatiebrief (klas 5)

Merel Oostdam
Poëzieplantsoen 11
4207 TT Gorinchem

drs M.H.J.G Ossenforth
Vroedschapstraat 11
4207 AJ Gorinchem

Gorinchem, zondag 21 september 2014

Betreft: Aanmelding bijlestutor


Hallo meneer Ossenforth,

Door meneer Kroon ben ik geïnformeerd over de bijles die door de school geörganiseerd wordt voor de onderbouw en zou graag deel willen nemen aan dit project als tutor voor een eersteklasser. Ik heb namelijk naast mijn sport en school nog veel tijd over om mijn medeleerlingen te helpen. Veel leerlingen hoor ik klagen over leraren die steeds maar dezelfde uitleg geven, waardoor ze de stof nog steeds niet snappen. Ik denk dat ik wel in staat ben om deze leerlingen te helpen en ze de stof op een andere manier uit te leggen en dan vooral in wat makkelijker taalgebruik. Zelf heb ik namelijk ook ervaren dat vrij simpele dingen soms met te moeilijke woorden worden gezegd, maar als ik het dan uiteindelijk snapte, zette ik de uitleg voor mezelf om in makkelijker taalgebruik. Vrijwel alle vakken lagen me in de onderbouw erg goed (wat het ook moeilijk maakt een profiel te kiezen) en uiteindelijk heb ik voor een NG-profiel gekozen, dus ik kan met alle vakken helpen tot aan de vierde klas en dan vooral met vakken in mijn pakket. In de bijlagen vindt u mijn voorgaande rapporten. Ik verheug me op de blijdschap van de leerlingen dat ze fluitend het schooljaar doorgaan met mijn hulp. Het is een erg goed en mooi initiatief van de school om leerlingen die zelf de stof niet zo lang geleden hebben gehad, de lagere klassen te laten helpen. Verder denk ik dat het ook leuker is om van een jong iemand uitleg te krijgen, misschien wel van iemand waar je tegenop kijkt. Ik bedoel, welke eersteklasser wil er nou niet bevriend raken met een vijfde-klasser? Dat is toch hartstikke gaaf? Ik hoop dat ik mee mag doen met het project en die lieve eersteklassertjes blij kan maken.

Met vriendelijke groet,


Merel Oostdam (klas 5A)

woensdag 11 juni 2014

6. Klachtenbrief

Merel Oostdam
Poëzieplantsoen 11
4207 TT Gorinchem

Gorinchem, 11 juni 2014

Museum van de Twintigste Eeuw
Postbus 314
2525 BX Den Haag

Betreft: inleiding  tentoonstelling “50 jaar reclame”

Geachte heer/mevrouw,

Met 30 leerlingen van het Gymnasium Camphusianum in Gorinchem zijn we naar de tentoonstelling "50 jaar reclame" gegaan, waar we iets heel herkenbaars te horen kregen: de inleiding.

Van te voren had onze lerares ons goed voorbereid op het uitje naar het museum door met heel de klas de informatie op de website van het museum door te nemen, zodat we goede basisinformatie hadden over het onderwerp waardoor we de verdere informatie beter zouden begrijpen. Helaas werd bij de inleiding van de tentoonstelling exact dezelfde informatie verschaft als op de website. We kwamen naar het museum om meer over reclame te leren van de laatste 50 jaar, maar kwamen terug met evenveel informatie als we al hadden voordat we gingen. Dit vonden wij allen erg zonde van onze 75 euro per persoon en zijn beried naar het museum terug te keren indien we hier met de hele klas iets nieuws kunnen leren over een ander onderwerp.

Ik hoop dat u begrip heeft voor de situatie en het gedane voorstel accepteert. Ik hoop spoedig van u te horen.


Hoogachtend,


Merel Oostdam


vrijdag 21 februari 2014

Kolderdag, daar kijkt toch iedereen naar uit met een lach?

Wij willen Kolderdag terug!




Je laatste dag moet gevierd worden

Stel je voor. Het is je allerlaatste schooldag op je middelbare school. Voorgaande eindexamenklassen hebben allemaal iets leuks georganiseerd voor de rest van de school op hun allerlaatste schooldag. Ook hebben ze die nacht rondgespookt in de gymzaal en hebben met zijn allen voor het laatst een geweldige tijd gehad. Na deze laatste dag gaan ze allemaal hun eigen weg. Waarschijnlijk zien zij het grootste deel van deze mensen, met wie zij zes jaar op deze school hebben gezeten, niet meer terug. Deze zes jaar moet je toch bijzonder afsluiten? Je moet toch vieren dat je allemaal je school hebt afgesloten en gaat studeren of misschien wel een wereldreis gaat maken?

Word beloond voor je handtekeningen

Het bestuur van de school denkt daar blijkbaar anders over. Zij vinden het wel genoeg om er een gewoon dagje school van te maken. Als je elkaar nog wil zien, dan spreek je toch gewoon af? Maar we weten allemaal dat het niet gaat lukken om één dag te plannen om met alle examenleerlingen bij elkaar te komen. Iedereen is druk bezig met zijn of haar studie, of leerlingen gaan op examenreis. Anderen gaan weer op wereldreis. Oftewel, je komt er nooit aan toe om zoiets zelf te plannen na je laatste schooldag. Een normale schooldag heeft toch geen zin? Wat moet je nou nog leren op je allerlaatste schooldag? Je hebt je examen immers al gehaald. Zo'n dag beleef je maar één keer in je leven en leraren en leerlingen maar één keer in het jaar. Dat kan toch geen kwaad? Laat leerlingen uit de examenklas een gezellige en leuke laatste dag hebben en doe mee met onze handtekeningen actie! Ga langs de deuren en vraag handtekeningen aan iedereen die je tegenkomt! Help onze examenleerlingen hun jaar geweldig af te sluiten! Je kunt je formulieren ophalen bij de conciërge. De leerling met de meeste handtekeningen krijgt een fantastische beloning.

zaterdag 9 februari 2013


Een chromosoompje teveel?
Het syndroom van down in de samenleving

Mensen accepteren mensen met het syndroom van down soms niet in de samenleving. Syndroom van downers kunnen best lastig zijn, hoe moet je hier nu mee omgaan? En hoe verbeter je het beeld van de mensen?


Hoe voed je iemand met het syndroom van down op?

De opvoeding van een kind met Down syndroom kan leiden tot vele vragen en onzekere gevoelens bij de ouders of verzorgers. Stuur je je kind naar het speciaal onderwijs of naar een gewone basisschool? De meeste kinderen met Down syndroom starten op een gewone school, sommigen blijven tot hun 14e op deze school en gaan daarna naar het speciale onderwijs. Het komt ook voor dat deze kinderen vanaf groep 3 of 4 niet meer op hun plek zitten op een gewone basisschool. Dit kan verschillende oorzaken hebben: het kind zit in groep 3 of 4 al aan de top van wat ze kunnen leren, of de school heeft onvoldoende kennis in huis om een kind met Down syndroom te begeleiden, ook kan deze taak als te zwaar worden ervaren. Speciaal onderwijs biedt dan uitkomst. Daarna kan een kind met Down syndroom een vakopleiding gaan volgen, gevolgd door meestal een vrijwilligersbaan en wanneer een kind volwassen wordt, gaan de ouders of verzorgers op zoek naar begeleid wonen voor hun kind.


Stichtingen en organisaties

Er zijn verschillende stichtingen zoals Stichting Downsyndroom en De upside van down. De Stichting Downsyndroom wil vooral informatie verspreiden zodat mensen meer van deze aangeboren chromosoomafwijking afweten en dus meer van deze afwijking begrijpen. Ook verspreiden zij kennis naar ouders en verzorgers van kinderen met het downsyndroom zodat deze beter verzorgd kunnen worden. De upside van down wil ook graag kennis verspreiden maar met een ander doel. Zij willen de beeldvorming verbeteren. Er is  namelijk nauwelijks oog voor hun mogelijkheden en kwaliteiten. Dan is er ook nog de stichting ASVZ. Hier kunnen ouders hun kinderen laten wonen en begleiden. Stichting ASVZ kan zelfs hele gezinnen begleiden. Ze luisteren goed naar wat de cliënten willen en zoeken samen naar een oplossing.
Zij zorgen voor kwaliteitszorg.


Syndroom van down in het dagelijks leven

Door de ontwikkelingen op medisch gebied, sociaal gezien en in de zorg is de toekomst voor een kind met Down syndroom veel verbeterd. Vroeger stierven deze kinderen, jong volwassenen, op erg jonge leeftijd. Hun toekomst ziet er tegenwoordig veel rooskleuriger uit. Kinderen met Down syndroom worden niet meer weggestopt, maar ze mogen zoveel mogelijk meedoen. Zo werd er vroeger gedacht “dat kunnen of kennen ze toch niet”, nu echter krijgen ook deze kinderen de kans om te leren lezen bijvoorbeeld, om boodschappen te doen, weliswaar onder begeleiding maar toch ook een beetje zelfstandig. Er worden restaurants opgericht, waar de bediening en meer in handen is van mensen met het Down syndroom. Dit kost natuurlijk wel inzet en creativiteit van de betrokkenen, de begeleiders, maar deze inzet werpt zijn vruchten af en geeft enorm veel voldoening voor alle partijen. De mensen met het Down syndroom worden tegenwoordig rond de zestig jaar. 

donderdag 25 oktober 2012

BAGger verslag


Mijn mening over BAGgerweek


Ik vond deze week erg leuk, maar hoe denk jij erover?

wat we deze week allemaal gedaan hebben

Werken met de kruiswaterpas
Beestjes vangen
De eerste dag moesten we gelijk hard aan de slag. We begonnen met geologie, waarbij je 2 gaten in de grond moest boren. Één in een oude rivierbedding en één in een kom. Het zand dat uit de gaten kwam moesten we in een halve buis doen en goed op de volgorde letten zodat je precies kon zien hoe de bodem was opgebouwd. We konden de conclusie trekken dat er vooral zavel in de grond zat. Na dat we dit gedaan hadden, moesten we met behulp van een kruiswaterpas en een baak de hoogte van de dijk opmeten. De volgende dag moesten we naar de boerderij van boer Kros. Daar mochten we natuurgetrouwe schetsen maken die je n.a.v. het thema "de vier elementen: water, aarde, vuur, lucht" moest maken. Toen we eenmaal weer aangekomen waren bij de boerderij van boer Scherpenzeel moesten we deze schetsen verwerken in één groot schilderij. Deze week moesten we ook beestjes uit 2 verschillende wateren vangen. Deze wateren verschilden in het feit dat van het ene water de biologische waterkwaliteit beter was dan van het andere water. Uiteindelijk moesten we de beestjes onderzoeken, determineren en met behulp van een lijst aangeven in welke biologische waterkwaliteit ze voor kwamen. Hierdoor wist je ongeveer welke biologische waterkwaliteit elk water had. Nu we de biologische waterkwaliteit hadden bepaald, wilden we natuurlijk ook weten wat de chemische waterkwaliteit was. Dit onderzochten we door proefjes te doen waardoor we het zuurstofgehalte, chloride- en fosfaatgehalte, pH waarde en de hardheid van het water bepaald werden van twee verschillende soorten wateren. Hiervoor moesten we allemaal proefjes doen. De laatste dag gingen we naar verschillende appelboomgaarden waar verschillende soorten appels werden geteeld. Ons groepje ging de pH waarde van 5 verschillende soorten appels bepalen en vragen aan andere groepjes hoe ze de appels vonden smaken. Nadat we dit hadden gedaan namen we met z'n allen afscheid van boer Scherpenzeel. Met een klein cadeautje als dank voor alle moeite.


Wat ik vond van deze week

Ik vond deze week heel erg gezellig. Dat kwam vooral doordat je niet alleen met je eigen klas was, maar je kon ook makkelijk contact maken met andere klassen. Ook moesten we elke dag naar buiten. Dat vond ik ook wel leuk voor de verandering, vooral omdat we nu door al het huiswerk en zoveel uren school bijna nooit meer buitenkomen voor ons plezier. De proefjes vond ik allemaal erg interessant en leuk om te doen. Je kwam veel over alle onderwerpen te weten en vooral over het landschap waar wij zelf in wonen. Ik heb heel veel geleerd en ik ben blij dat de school zoiets heeft georganiseerd.